Tips voor het wassen van je auto

  • Gebruik geen spons, maar een microfiber washandschoen. Vuil en zand kunnen zich in een spons ophopen en krassen veroorzaken
  • Ververs regelmatig het water in de emmer; vuil en zand blijven op de bodem aanwezig. Elke keer wanneer je jouw washandschoen in het water doopt, loop je het risico dat je een deel van dit vuil over je auto uitsmeert
  • Was je auto altijd in de lengterichting. Draaiende bewegingen veroorzaken zogenaamde ‘swirls’ in de lak; cirkelvormige krassen die in het volle (zon)licht goed te zien zijn
  • Maak je velgen schoon met een speciale velgenreiniger. Gebruik een schilderskwast om het reinigingsmiddel goed te verdelen en vergeet ook niet de achterzijde van je wielen goed schoon te maken. Opgekoekt vuil kan anders onbalans geven
  • Gebruik je een hogedrukreiniger? Zorg dan wel dat je minimaal 20 centimeter afstand houd tussen de mond van de spuit en de lak van je auto. Dit om de lak niet onnodig te beschadigen. Heb je zelf geen hogedrukspuit, dan kun je daarvoor bij een wasbox terecht.
  • De auto droog maken doe je met een droogdoek, ook wel een ‘watermagneet’ genoemd. Dat is een zeer zachte doek, die geen beschadigingen aan de lak aanbrengt. Bovendien kan zo’n watermagneet een veelvoud van zijn eigen gewicht aan vocht absorberen.